We lijken soms te leven in een tijd van ‘de beslissing nemen om beter beslissingen te nemen’. Beter dan wat? Beter dan wie?
Ach laat ik bij aanvang al zeggen, het is tijd om de ogen te sluiten en te gaan zien.
Ik kwam een dame tegen, haar man bleek blind geworden en begon sindsdien oneindig veel meer waar te nemen. Koesterde de zachtheid van de dag, telde de verwonderingen, de wonderlijke wereld van de intentie beleving over de tellen van de momenten heen. Hij zat er midden in. Leerde opnieuw waarnemen.
Zijn blindheid had van doen met het fysiek niet meer zien, echter leidde ook een andere vorm van (zintuiglijk) waarnemen in. Voorbij ging hij aan de voorheen zo ‘dringende werkelijkheid’. Die werkelijkheid was omgeven door en gevuld met parameters en moraliteiten. Alleen het nu telde.
De economie, de doelgroepen, de imago’s, de zogenoemde onzekerheden van het ’moderne’ bestaan. Geld, baan, status, ‘het willen bereiken’, ‘het willen presteren’. Ze vielen weg.
De momenten en de nieuwe zoektocht maande hem elk moment af tasten. Daarin steeds te voelen, de relatie voorzichtig aan te gaan.
Zijn beslissing was geforceerd. Hij moest afscheid nemen van wat zo ‘gewoon’ geworden leek in het maatschappelijk verkeer. De prestatie en presentatie die zichtbaar zouden zijn voor de ander… ja als ‘referent’ en ‘modelleerbaar wezen’.
De ander was geen referent meer. De omgeving bleek altijd ongevormd, nieuw en soms in contouren vertrouwd… echter er altijd 1 om de verbinding in het nu mee aan te gaan. Verder kon en wilde jij ook niet meer zien.
Had hij dan geen idealen? Meer nog dan ooit, de vervolmaking van de waarneming en aanrakend delen.
Onzichtbaar voor anderen, zoals altijd die eigen werkelijkheid is die geen verbeelding is… meer de uitkomst van verbeeldingskracht en intens ervaren.
Kenmerkend is nu steeds zijn voorzichtigheid, aandachtige voorzichtigheid.
Niks geen abstracte filosofieën meer.
Weg van Kant met zijn ‘ding an sich’. ‘Het Ding an sich is het ding zoals het op zichzelf bestaat, zoals het in wezen is’, zegt Wikipedia.
Niets meer Plato, die steeds praatte over het ongrijpbare dat altijd vliegt en nooit zo veel aandacht kreeg als het materieel tijdelijke.
Weg de gecultiveerde rationele verbazing. Entree de shapeshifting, het opgaan en meegaan in waar je mee verbindt.
Geen neiging de aanduiding in algemeenheid te zoeken in begrippen die losgeweekt een eigen leven gaan leiden. Woorden als…De psyche, God, Allah, Karma, Nirvana, de wil, de geest, de ziel, het onderbewuste… en nu dan het ‘bewuste’.
Hij schoof de eeuwen oude pogingen opzij om ‘de oorsprong te pakken en te vatten’. De zogenoemde bron van alles.
Hij ging zien door zijn blindheid. Het moment vierde en droeg hem. Huldigend in doen en aangaan steeds weer van de verbinding.
Aangedaan opgenomen en oh zo gelukkig daarin.
Opvoeden was er niet meer bij. De relatie aan gaan en dienen om dan in verbinding te groeien
Immers de oude wereld van opvoeden was voorbij. Noch moraal, noch ‘zij zouden dat moeten leren en of kiezen’ of ‘als ze dit zouden weten, dan zouden ze wel dat doen’.
Weg de wereld van opdringerigheid dat ‘de ander’ ‘betere beslissingen’ …. Moet leren nemen want dan… weg de cognitie in de rationaliserende zin. Weg de vragen:
– Beter dan wat? Beter dan wie? Waar is de index? Wie is de maatstaf?
Geen hiërarchische ordening. Slechts de ervaring en het delen. Doordrongen van het feit dat het geen generale repetitie was, dat ding dat ie eerder leven noemde.
Hij zei: Kijk… iedereen en alles (!) is de/het beste, kan alles… er is geen index…’Alles is… als je er de relatie mee aangaat, onherroepelijk zalig’, zei hij. “Soms voor het moment dan even niet het contact dat je wilt, soms juist intensief leeft het moment opâ€.
Opmerkelijk is zijn onmiddelbare trouw en toewijding, verlost van argwaan en toch uiterst voorzichtig op de liefste manier.
‘Mijn hond Charlie leeft ook zo’, zei ik.
‘Ik voel het, hij is bij me’, zei hij dan. Charles zat op afstand te staren, zo ie dat nu eenmaal doet, later ging hij aan de voeten liggen
In het boek/film, Twiglight, komen mooie zinnen naar voren (de schrijfster is een Mormoon, neem dat mee. Geboren in 1976!)
Daar gaat het steeds over ‘de verbinding’ de absolute verbinding.
Dat je samen een toonhoogte deelt.
In de film zegt de jonge vrouw tegen de ‘vampier’ in hun liefdesspel
I am not afraid of you (fysiek of vampierschap…)
I am just afraid of loosing you
That you disappear
All at once
You do not know how long i waited for you.
Daarna:
‘De anderen hebben hun genen zo opgevoed dat ze geloven dat de dan volgende gelukservaring echt het leven is’
Het gaat dan daar om de imprint. De voetprint die je op de aarde na laat, de imprint van jezelf –ofwel je blauwdruk- volledig in overgave leven.
Het leven is een mythe, een ontdekkingsreis. Voorzichtige aftastende waarneming is geboden in ieder moment en loyaliteit aan het geen waar jij je aan en mee verbonden hebt.
Wees blind voor de contouren en de regels die neer-ge-zet zijn onder meer in De Grot van Plato.
Niets is een projectie en alles voor eeuwig in het moment als je even ‘blind’ speelt. Gewoon een aantal keren per dag.
En met de Twighlight films afsluitende:
Sommige verbindingen zijn zo bijzonder dat ze voor eeuwig zijn en alleen jij en de ander kunnen het ervaren.